Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Adolf ruthardt

betekenis & definitie

* 9. 2. 1849 te Stuttgart, zoon van Fr. R., leerling van het cons, te Stuttgart (Lebert en Stark, wier Grosse Klavierschule hij 1914 omgewerkt in het licht gaf), was 1868—1885 muziekleeraar te Genève, werd 1887 leeraar voor piano aan het cons. te Leipzig, 1910 benoemd tot professor, 1914 gepensionneerd.

Hij schreef: Das Klavier, ein geschichtlicher Ahriss (1888), Chormeisterbüchlein (1890 — biografieën), bezorgde den derden tot den tienden druk van Eschmanns Wegweiser, redigeerde een bloemlezing uit J. B. Cramers études, gaf een bundel Alte Tänze (2 dln., 1913) en een Klavierbuch nordischer Komponisten (2 dln., 1913) in 't licht, revideerde de pianowerken van Bach en Händel en bijna alle klassieke études, sonates en concerten van de Peterseditie. Componeerde in boofdzaak een reeks van uitstekende studiewerken voor piano (Elementar-Klavierschule op. 44, Trillerstudien op 40, Oktavstudien op. 41, Etüden f. d. linken Hand op. 41 en 48, Pedalstudien op. 56, Tägl. Klavierübungen op. 58J, maar ook eenige uitnemende andere werken, o.a. een sonate v. twee piano's op. 31, een Trio pastorale v. piano, hobo en alt, op. 34, Präludium und 2 st. Fuge op. 46. Ook schreef hij Wegweiser durch d. Liter. d. Meister Gesangs en een Wegweiser durch die Klavier Literatur.

< >