Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Adolf georg wilhelm busch

betekenis & definitie

(Portret plaat 58), * 8. 8. 1891 te Siegen, violist. Was leerling op het conserv. te Keulen van Willy Hess, Bram Eldering en Fritz Steinbach.

Bij Hugo Grüters te Bonn studeerde hij compositieleer. Hij is een voortreffelijk solist en kamermuziekspeler. Was concertmeester van den Konzertverein te Weenen, werd 1918 als leeraar aan de Hochschule te Berlijn verbonden en vestigde zich in 1926 te Basel. Hij is tevens primarius van het strijkkwartet Busch, Andreasson, Doktor, Grümmer, hetwelk in 1919 werd opgericht. Zijn composities verraden, vooral zijne eerste werken, sterk den invloed van Reger. Hij schreef werken voor orkest (o.a, een Ouverture bij König Oedipus op. 16, Lustspiel Ouvertüre op. 28, Symphonie E-mol op. 38), een vioolconcert op. 20, een pianoconcert op. 31, vele kamermuziekwerken (waarbij strijkkwartetten, een piano-trio A mol op. 15, een piano-kwintet C mol op. 35), en liederen. Ook bezorgde hij een nieuwe uitgave van J. S. Bachs Solo-Sonaten en -Partiten (1919).

< >