(Luik 1858-BrusseI 1931), Belgisch violist, muziekpedagoog en componist, studeerde eerst bij zijn vader, vervolgens aan het conservatorium te Brussel bij Vieuxtemps en later te Parijs bij Wieniawski. Maakte tournees met o.m.
Anton Rubinstein. Vestigde zich in 1883 te Parijs en werd er bevriend met C.Franck en V.d’Indy. Van 1887-1897 was hij leraar te Brussel en maakte hij tevens concertreizen met zijn Ysaye-kwartet. In 1894 richtte hij te Brussel de Société de Concerts Ysaye op. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in de Verenigde Staten, waar hij dirigent was in Cincinnati. Na 1918 zette hij zijn concertvereniging om in de Concerts Ysaye (voor kamermuziek).
Hij werd hofcomponist, gaf vioolles aan koningin Elisabeth van België en werkte met haar het plan uit voor de veel later ontstane Concours Ysaye (waaruit de Internationale Muziekwedstrijd Kon. Elisabeth ontstond). Ysaye was een zeer groot virtuoos en weinigen van zijn tijdgenoten hadden een zo geïnspireerd en meeslepend spel, met grote lyrische kracht. Zijn repertoire was veelzijdig, met het accent op eigentijdse muziek (Franck en Debussy). Vele componisten droegen hem sonates en kwartetten op. De Europese viooltraditie (incl. de Russische) is Ysaye veel verschuldigd.
Van zijn composities bleven alleen de sonates belangrijk op instrumentaal-technisch gebied. Ysaye was de incarnatie van de zgn. Luikse vioolschool; directe leerlingen van hem waren M.Crickboom en J.Thibaud; zijn invloed reikte tot H.Koch cn M.Raskin te Luik, voorts tot G.Enesco en D.Oistrach.