of Jannis (Braila. Roemenië, 1922), Grieks, sedert 1965 Frans ingenieur, architect en componist, was van 1948-1960 assistent van Le Corbusier, bouwde het Philips-paviljoen op Expo 58 te Brussel, het Franse paviljoen Polytope op Expo 67 te Montreal en in 1978 de Diatope van het Centre Pompidou te Parijs.
Zowel in Parijs als in Montreal waren er structuren van licht en geluid aanwezig. Ondertussen studeerde hij bij Honegger, Milhaud, Messiaen en Scherchen. Hij formuleerde een scherpe kritiek op de seriële muziek en ontwierp de techniek van de stochastische muziek, een nog ingewikkelder systeem dan de seriële techniek. Voorts ontwierp hij ook een computer (Unité Polyagogique Informatique, UPIC) waardoor geformuleerde muzikale gegevens in grafische schema’s kunnen worden omgezet en direct worden vertaald in klank en structuur. Volgens Xenakis zijn ruimte en klank hetzelfde en zijn zij beide aan dezelfde anoniemexpressieve, overweldigende natuurwetten onderworpen. Zijn klankbeeld is brutaal, wegens de klankkleuren, met dichtgeweven clusters: de coda's bestaan uit lagen opgestapelde klanken en duren minuten lang.
Een greep uit zijn werk uit de jaren 1960-1980: Synaphai (1969), Erikhton (1974), Empreintes (1975), Retours-Windungen (1976), Dmaathen (1976), Nekuia (1981, koor en orkest: een soort begrafenisritueel), Jonchaies (1984, orkest: opstaan der demonen). A l’ile Corée (1986. houten- en koperblazers, strijkkwintet, klavecimbel-solo), Echange (1989, voor de basklarinettist Harry Sparnaay).