Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Gepubliceerd op 21-04-2020

Verdi, Giuseppe

betekenis & definitie

(Roncole, bij Busseto. 1813-Milaan 1901), Italiaans componist, kreeg zijn muziekopleiding te Milaan, waar in 1839 in de Scala zijn eerste opera, Oberto, werd uitgevoerd. Zijn reputatie vestigde hij echter pas met Nabucco (1842), een succes dat door dat van I Lombardi (1843) en Ernani (1844) nog werd overtroffen.

Hiertoe droeg behalve een meeslepende melodiek ook het vurig patriottische karakter van deze werken bij, die grote weerklank vonden in een naar vrijheid snakkend Italië. De naam V.E.R.D.I. dekte zelfs als afkorting de naam Vittorio Emanuele Re d’Italia. de leuze van de Italiaanse vrijheidsstrijders. In 1847 vestigde Verdi zich in Parijs met de sopraan Giuseppina Strepponi, met wie hij in 1859 huwde. Nadien woonde hij beurtelings in Parijs en Busseto. Een wereldnaam veroverde de vermaarde trits Rigoletto (1851), Il trovatore en La traviata (beide 1853). Hierna kwamen minder belangrijke opera’s; pas Un ballo in maschera (1859) toonde opnieuw grote hoedanigheden.

Enorm succes behaalde Aida, het prototype van de Italiaanse grand’opéra, geschreven voor de feesten bij de opening van het Suezkanaal (1871). Ook Verdi’s laatste opera’s Otello (1887) en Falstaff (1893) getuigen van zijn op hoge leeftijd nog onverzwakte scheppingskracht. Hij schreef voorts o.m. de Quattro pezzi sacri (1898, met het prachtige Ave Maria), liederen, een strijkkwartet en bovenal het visionaire Requiem (1874, voor koor, soli en orkest) ter nagedachtenis van zijn vriend en vrijheidsstrijder Manzoni.Verdi’s ontwikkelingsgang is uitgegaan van de operavorm van Bellini en Donizetti, maar onderging ook invloed van de Franse grand’opéra, die via zijn Don Carlos (1867) leidde tot de schepping van Aida. Hoewel deze opera in opzet verwant is aan het Franse genre, is hij naar inhoud vooral karakterdrama. Nog sterker is dit het geval in Otello. Dit werk heeft stilistisch slechts zijdelings een en ander te danken aan Wagners vernieuwingen (vnl. verrijking van het instrumentale en harmonische palet), maar is in wezen volstrekt Italiaans. Zijn opera buffa Falstaff is nog een schitterend getuigenis van zijn aanleg voor het komische. Andere opera’s van Verdi zijn o.m.

Macbeth (1847), Luisa Miller (1849), De Siciliaanse Vespers (1855). La forza deI destino (1861). Verdi stichtte te Milaan een Casa di riposi (rusthuis voor musici) en werd in de kapel ervan begraven. In Parma bestaat het Instituto di Studi Verdiani. dat o.m. het tijdschrift Verdi Quaderni uitgeeft.

< >