Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Gepubliceerd op 21-04-2020

trio

betekenis & definitie

1. een compositie voor drie instrumenten. bijv. pianotrio (piano, viool, violoncello) en strijktrio (viool, altviool, violoncello); ook andere combinaties, bijv. blaastrio, zijn mogelijk (zie ook ‘terzet);

2. een door Lully driestemmig gezet middendeel van een dansstuk, zoals menuet en later scherzo, dikwijls een mars, waardoor een samengestelde driedelige liedvorm ontstaat.

< >