(bij Odessa 1882-Port Chester, N.Y., 1959), Amerikaans componist, dirigent en etnoloog van Russische afkomst, studeerde te St.-Petersburg bij Rimski-Korssakov. Nam in 1913 deel aan een etnologische expeditie en verzamelde religieuze gezangen van Georgische en Perzische joden in Transkaukasië.
In New York was hij van 1924-1958 muziekdirecteur van de Temple Emanu-El. Uitgaande van oosterse en westerse synagogale muziek en van de mystieke chassidische gezangen trachtte hij te komen tot een nieuwe muziek voor de joodse eredienst. Hij schreef o.m. Music of the ghetto and the bible (1934), Physics and metaphysics of music (1957).