term voor de stijlen die volgden op de twaalftoon- en seriële technieken, op aleatoriek en minimal music. In de jaren 1980 keerde een aantal componisten de avant-garde de rug toe.
Breekpunt was dat de avant-gardisten er een absoluut punt van maakten de breuk met het verleden volledig te maken. Zij gedroegen zich als de futuristen uit 1910 die uitriepen: ‘il y a des morts qu'il faut qu’on tue’; de permanente revolutie dus. De modernisten wilden zich volledig wijden aan de muzikale informatica. Deze technologie kwam in de jaren 1980 tot ontwikkeling en de digitaliteit in de reproduktie moest worden doorgetrokken naar de creativiteit. De postmodernisten wilden dat niet; zij wensten de avant-gardetechnieken te beschouwen als historische referentiepunten (o.m. via citaten) uit de jaren 1950 en 1960, net zoals het impressionisme, het expressionisme, de romantiek, het classicisme, de barok of de renaissance uit vorige eeuwen dat geweest waren. "Zij waardeerden het verleden, ook het recente, aangezien dat verleden (ver of dichtbij) niet kan vernietigd worden zonder dat er een stilte ontstaat' (Umberto Ecco). In alle landen van de westerse cultuur, vooral in Europa, werd de postmodernistische richting merkbaar, zowel bij de exavant-garde als bij de jongere generaties.