Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Gepubliceerd op 21-04-2020

ouverture

betekenis & definitie

orkeststuk ter inleiding van o.a. een opera, oratorium; voorts ook eerste onderdeel van een klavier- of orkestsuite (bij Bach); in de 19de eeuw ook eendelig orkestwerk van programmatische aard voor de concertzaal (zgn. concertouverture). Al vroeg ontwikkelden zich twee typen, de Italiaanse of Napolitaanse, en de Franse ouverture.

De Italiaanse ouverture (ook sinfonia) bestond uit drie onderdelen: snel-langzaam-snel (Scarlatti); de Franse ouverture uit de onderdelen langzaam-snel-langzaam (Lully). De Weense klassieken schreven ouvertures in vrije sonate- of hoofdvorm.

< >