(Genève 1890-Naarden 1974), Zwitsers-Nederlands componist, studeerde o.m. aan het Dalcroze-Instituut te Genève, waar hij leraar werd (1928-1938). Stichtte te Genève de Société de Musique de Chambre en gaf er tevens de kamermuziekklasse aan het conservatorium.
Vestigde zich in 1946 in Nederland en doceerde van 1950-1955 te Keulen. Martins eerste werken stonden onder invloed van Franck, Fauré en Ravel. Sinds zijn kennismaking met Jaques-Dalcrozes werk begon het ritmische experiment een belangrijke plaats in zijn werken in te nemen. Na 1930 leidde een vrije toepassing van de twaalftoontechniek tot nieuwe harmonische en melodische uitdrukkingsmiddelen (o.a. cantate voor klein koor en orkest Le vin herbé, 1941). Zijn meesterlijke instrumentatiekunst blijkt uit de Petite Symphonie concertante (1945) voor klavecimbel, harp, piano en dubbel strijkorkest. Componeerde voorts de opera Der Sturm (1955). het mysteriespel Le mystère de la nativité (1959); koor-, toneel-, kamer-, orkestmuziek, concerten (o.a. voor viool, klavecimbel), balletten, liederen met orkest of piano.