stroming in de muziek, gelijkwaardig aan de beeldende kunsten, en waarbij net voor de Eerste Wereldoorlog en daarna, plots en abrupt afbraak wordt gedaan met het voorafgaande; de ritmiek begint een nieuwe ontwikkeling, de klankkleur wordt scherper, men gaat van het tonale naar het atonale systeem, de traditionele vormen hebben afgedaan. Bij vele kunstenaars was het expressionisme slechts één van de fasen van hun ontwikkeling:Strawinsky, Schönberg, Berg, Webern, Bartók, Hindemith, Honegger.
Vanuit het expressionisme ging men naar motoriek, vitalisme, folklore, constructivisme, neobarok en neoclassicisme.