(Leipzig 1898-Berlijn 1962), Duits componist, studeerde o.a. bij Schönberg en Webern. Werkte sinds 1929 samen met Brecht op het gebied van theater (o.a.
Die Massnahme, 1930; Die Mutter, 1932) en film. Emigreerde in 1933 naar de Verenigde Staten, waar hij in 1948 wegens communistische sympathieën werd uitgewezen. Vestigde zich vervolgens in de DDR. Hij schreef o.a. kamermuziek, een Deutsche Sinfonie (1935), liederen (o.a. Der rote Wedding, Einheitsfrontlied), filmmuziek, op basis van de technieken van de tweede Weense School.