(New York 1908), Amerikaans componist, leerling van W.Piston en Nadia Boulanger. In zijn balletten, orkest(Concert voor orkest, 1969; A symphony for three orchestras. 1976), koor- en kamermuziek (Derde strijkkwartet. 1971) en liederen (A mirror on which to dwell, 1975) domineerden aanvankelijk inVloeden van Hindemith en Strawinsky.
Kenmerken van zijn composities zijn: lineair contrapunt, tegengestelde tonaliteiten, een gecompliceerde ritmiek en gesystematiseerde tempowisselingen (zgn. ritmische modulatie).
