(Hamburg 1833-Wenen 1897), Duits componist en pianist, ontving muziekonderricht van zijn vader (contrabassist) en van E.Marxsen. In 1853 ging hij naar Düsseldorf, waar hij aanmoediging vond bij Schumann; met deze en diens vrouw Clara verbond hem een vriendschap voor het leven.
Een concertreis bracht Brahms te Hannover in kennis met de violist Joachim, die hem introduceerde bij F.Liszt te Weimar. Hij trad veelvuldig op als pianist en koordirigent, o.a. te Hamburg en Wenen. Van 1871-1875 was hij dirigent van de concerten van de Gesellschaft der Musikfreunde te Wenen (waar hij zich in 1872 vestigde). Als pianist en dirigent van eigen werk maakte hij vele concertreizen. Talrijke onderscheidingen vielen hem ten deel, o.a.: eredoctoraat van de universiteit van Cambridge (1877) en van die van Breslau (1879), buitenlands lid van de Académie française (1896).In tegenstelling tot andere componisten is Brahms’ oeuvre niet in periodes onder te verdelen, daar hij vanaf zijn eerste hemelbestormende pianosonate en pianoconcert in d zeer geleidelijk tot een gerijpte en bezonken kunstenaar evolueerde. Zijn muziek geeft blijkt van een Noordduitse elegisch getinte en wat stugge ernst, waartegenover zijn neiging tot Weense walsmuziek en zigeunerritmen merkwaardig afsteekt. Zijn diepgaande studie van Bach en Beethoven vond haar neerslag in een sterk klassiek gericht vormbesef, in de late romantiek een anachronisme. Hij schreef dan ook geen door buitenmuzikale onderwerpen bepaalde muziek, zoals bijv. symfonische gedichten, waarin de vorm aan het ‘programma' ondergeschikt is. Ook muziekdramatische werken ontbreken bij Brahms. Het zwaartepunt van zijn oeuvre vormen de kamermuziek (o.a. 3 strijkkwartetten, klarinetkwintet, viool-, cello- en klarinetsonates), pianowerken (3 sonates, diverse variatiewerken, rapsodieën, intermezzi en andere tevens 4-handige muziek), orgelwerken en liederen (ca 300, aansluitend bij Schubert en Schumann, waaronder de Vier ernste Gesänge op bijbeltekst, op. 121).
Een bijzondere plaats nemen zijn symfonische concerten in (2 voor piano, een voor viool, dubbelconcert voor viool en cello). Een geniale voortzetting van Beethoven betekenen de 4 symfonieën en de Haydn-variaties (1873). Van zijn vele koorwerken genieten het ter nagedachtenis van zijn moeder gecomponeerde Ein deutsches Requiem (1868) en de Alt-rhapsodie grote bekendheid. Als volbloed romanticus wist Brahms nieuwe inhoud te geven aan de klassieke vormen als de sonate en het lied, en aldus een brug te slaan naar de late romantici (o.a. Max Reger) en via hen naar Hindemith, Bartók en het neoclassicisme.