voordragen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-dra-gen
1. als kandidaat voorstellen
♢ wij hebben mevrouw Van Berkel voorgedragen als nieuwe voorzitter
2. het uit je hoofd zeggen of navertellen
♢ Yacintha droeg een prachtig gedicht voor
Onregelmatig werkwoord: voor-dra-gen
ik draag voor (... ik voordraag)
jij/u draagt voor (... jij voordraagt)
hij/zij draagt voor (... hij voordraagt)
wij/zij/jullie dragen voor (... wij voordragen)
ik/jij/u/hij/zij droeg voor (... ik voordroeg)
wij/zij/jullie droegen voor (... wij voordroegen)
hij heeft voorgedragen
Synoniemen
opzeggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
voordragen
betekenis & definitie