terrein - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ter-rein
1. gedeelte van het land, stuk land
♢ de camping lag op een heuvelachtig terrein
1. hij begaf zich op gevaarlijk terrein
[zei dingen waarmee hij problemen kon krijgen]
2. wat bij een vak of hobby hoort
♢ hiermee komen we op het terrein van de geschiedenis
Zelfstandig naamwoord: ter-rein
het terrein
de terreinen
het terreintje
Synoniemen
domein, gebied, gewest, grondgebied, landstreek, regio, streek, vlak, vlakte
Gepubliceerd op 14-11-2017
terrein
betekenis & definitie