kwijnen - regelmatig werkwoord
uitspraak: kwij-nen
1. zwakker en slapper worden
♢ de plant staat te kwijnen in de vensterbank
Regelmatig werkwoord: kwij-nen
ik kwijn
jij/u kwijnt
hij/zij kwijnt
wij/zij/jullie kwijnen
ik/jij/u/hij/zij kwijnde
wij/zij/jullie kwijnden
hij heeft gekwijnd
kwijnend, kwijnende
Tegenstellingen
gedijen, tieren
Gepubliceerd op 14-11-2017
kwijnen
betekenis & definitie