innestelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-nes-te-len
1. ergens een nest in maken
♢ het bevruchte eitje heeft zich ingenesteld in de baarmoeder
2. zich ergens vestigen en er deel van gaan uitmaken
♢ hij heeft zich volkomen ingenesteld in deze maatschappij
Regelmatig werkwoord: in-nes-te-len
ik nestel in (... ik innestel)
jij/u nestelt in (... jij innestelt)
hij/zij nestelt in (... hij innestelt)
wij/zij/jullie nestelen in (... wij innestelen)
ik/jij/u/hij/zij nestelde in (... ik innestelde)
wij/zij/jullie nestelden in (... wij innestelden)
hij heeft ingenesteld
de/het/een ingenestelde ....
innestelend, innestelende
Gepubliceerd op 14-11-2017
innestelen
betekenis & definitie