huisvrouw - zelfstandig naamwoord
uitspraak: huis-vrouw
1. vrouw die thuis voor haar gezin zorgt
♢ mijn moeder heeft geen baan, ze is huisvrouw
Zelfstandig naamwoord: huis-vrouw
de huisvrouw
de huisvrouwen
het huisvrouwtje
Gepubliceerd op 14-11-2017
huisvrouw
betekenis & definitie