hotelhouder - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ho-tel-hou-der
1. eigenaar van een hotel
♢ de hotelhouder heeft goed contact met zijn gasten
Zelfstandig naamwoord: ho-tel-hou-der
de hotelhouder
de hotelhouders
Synoniemen
hoteleigenaar
Gepubliceerd op 14-11-2017
hotelhouder
betekenis & definitie