genezen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ge-ne-zen
1. weer beter, gezond maken/worden
♢ de wond aan zijn been is genezen
Onregelmatig werkwoord: ge-ne-zen
ik genees
jij/u geneest
hij/zij geneest
wij/zij/jullie genezen
ik/jij/u/hij/zij genas
wij/zij/jullie genazen
hij heeft genezen
de/het/een genezen ....
genezend, genezende
Synoniemen
helen
Gepubliceerd op 14-11-2017
genezen
betekenis & definitie