garantie - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ga-ran-sie
1. waar je niet aan hoeft te twijfelen
♢ ik geef je de garantie dat hij te laat komt
2. de zekerheid dat gebreken nog voor rekening van de verkoper komen
♢ op deze fiets kreeg ik twee jaar garantie
1. een garantiebewijs
[een schriftelijke garantie]
Zelfstandig naamwoord: ga-ran-sie
de garantie
de garanties
Synoniemen
verzekering, waarborg, zekerheid
Tegenstellingen
onzekerheid, twijfel
Gepubliceerd op 14-11-2017
garantie
betekenis & definitie