duur

betekenis & definitie

duur - bijvoeglijk naamwoord

1. wat veel geld kan opbrengen
♢ zij heeft veel dure sieraden
1. zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
2. een dure liefhebberij
[iets wat veel geld kost]
3. dat komt hem duur te staan
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
2. wat veel geld kost
♢ 300 gulden voor een jas vind ik duur.
3. waarmee je probeert indruk te maken
♢ hij gebruikt veel dure woorden
1. duur doen
[opscheppen]

Algemene uitdrukkingen:
1. dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
Bijvoeglijk naamwoord: duur
... is duurder dan ...
het duurst
de/het dure ...
iets duurs

Synoniemen
kostbaar, waardevol

Tegenstellingen
goedkoop, voordelig, waardeloos