duizelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: dui-se-len
1. er duizelig van worden
♢ het duizelde mij, al die cijfertjes!
Regelmatig werkwoord: dui-se-len
het duizelt
zij duizelen
het duizelde
zij duizelden
het heeft geduizeld
Gepubliceerd op 14-11-2017
duizelen
betekenis & definitie