dienen - regelmatig werkwoord
uitspraak: die-nen
1. verplicht zijn
♢ je dient dat netjes te doen
2. ervoor bedoeld zijn
♢ een muts dient om je oren te verwarmen
3. je inzetten voor iemand of iets
♢ hij heeft als soldaat zijn land gediend
Regelmatig werkwoord: die-nen
ik dien
jij/u dient
hij/zij dient
wij/zij/jullie dienen
ik/jij/u/hij/zij diende
wij/zij/jullie dienden
hij heeft gediend
dienend, dienende
Synoniemen
moeten, zullen
Tegenstellingen
mogen
Gepubliceerd op 14-11-2017
dienen
betekenis & definitie