dichtslaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: dicht-slaan
1. met een klap weer dicht gaan
♢ door de tocht sloeg de deur dicht
2. opeens niet meer verder kunnen praten
♢ we hadden een goed gesprek, maar plotseling sloeg Nadia dicht
Onregelmatig werkwoord: dicht-slaan
ik sla dicht (... ik dichtsla)
jij/u slaat dicht (... jij dichtslaat)
hij/zij slaat dicht (... hij dichtslaat)
wij/zij/jullie slaan dicht (... wij dichtslaan)
ik/jij/u/hij/zij sloeg dicht (... ik dichtsloeg)
wij/zij/jullie sloegen dicht (... wij dichtsloegen)
hij heeft of is dichtgeslagen
de/het/een dichtgeslagen ....
dichtslaand, dichtslaande
Synoniemen
dichtklappen
Gepubliceerd op 14-11-2017
dichtslaan
betekenis & definitie