deelwoord - zelfstandig naamwoord
uitspraak: deel-woord
1. woord dat iets te maken heeft met het werkwoord en met het zelfstandig naamwoord
♢ 'gesurft' en 'surfend' zijn deelwoorden van 'surfen'
1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord
[geeft aan dat de handeling van het werkwoord nog in gang is, bijvoorbeeld 'kijkend']
2. voltooid (verleden) deelwoord
[geeft aan dat de handeling van het werkwoord al gebeurd is]
Zelfstandig naamwoord: deel-woord
het deelwoord
de deelwoorden
Gepubliceerd op 14-11-2017
deelwoord
betekenis & definitie