crimineel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: cri-mi-neel
1. iemand die slechte dingen doet
♢ met die crimineel wil ik niets te maken hebben
2. iemand die bewust de wet overtreedt
♢ deze crimineel moet naar de gevangenis
Zelfstandig naamwoord: cri-mi-neel
de crimineel
de criminelen
het crimineeltje
Synoniemen
bandiet, boef, ellendeling, misdadiger, schobbejak, schoft, schooier, schurk
Gepubliceerd op 14-11-2017
crimineel
betekenis & definitie