citroen - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ci-troen
1. gele, zure zuidvrucht
♢ zal ik een citroen uitpersen?
1. iemand knollen voor citroenen verkopen
[hem met mooie praatjes iets wijsmaken]
Zelfstandig naamwoord: ci-troen
de citroen
de citroenen
het citroentje
Gepubliceerd op 14-11-2017
citroen
betekenis & definitie