castreren - regelmatig werkwoord
uitspraak: cas-tre-ren
1. de ballen weghalen, zodat hij niet meer vruchtbaar is
♢ onze kat is gecastreerd
Regelmatig werkwoord: cas-tre-ren
ik castreer
jij/u castreert
hij/zij castreert
wij/zij/jullie castreren
ik/jij/u/hij/zij castreerde
wij/zij/jullie castreerden
hij heeft gecastreerd
de/het/een gecastreerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
castreren
betekenis & definitie