besturen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-stu-ren
1. ervoor zorgen dat het in de juiste richting gaat
♢ de chauffeur bestuurt de bus
2. er leiding aan geven
♢ welke mensen besturen deze school?
Regelmatig werkwoord: be-stu-ren
ik bestuur
jij/u bestuurt
hij/zij bestuurt
wij/zij/jullie besturen
ik/jij/u/hij/zij bestuurde
wij/zij/jullie bestuurden
hij heeft bestuurd
de/het/een bestuurde ....
besturend, besturende
Gepubliceerd op 14-11-2017
besturen
betekenis & definitie