besmetten - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-smet-ten
1. een ziekte op iemand overbrengen
♢ Ahmed besmette mij met zijn verkoudheid
Regelmatig werkwoord: be-smet-ten
ik besmet
jij/u besmet
hij/zij besmet
wij/zij/jullie besmetten
ik/jij/u/hij/zij besmette
wij/zij/jullie besmetten
hij heeft besmet
de/het/een besmette ....
Synoniemen
aansteken
Tegenstellingen
desinfecteren, ontsmetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
besmetten
betekenis & definitie