beschikken - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-schik-ken
1. ergens gebruik van kunnen maken
♢ je kunt de hele vakantie over mijn auto beschikken
2. erover kunnen beslissen
♢ de burgemeester beschikt over de inzet van de politie
Regelmatig werkwoord: be-schik-ken
ik beschik
jij/u beschikt
hij/zij beschikt
wij/zij/jullie beschikken
ik/jij/u/hij/zij beschikte
wij/zij/jullie beschikten
hij heeft beschikt
Gepubliceerd op 14-11-2017
beschikken
betekenis & definitie