beloven - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-lo-ven
1. zeggen dat je hem iets zult geven of dat je iets voor hem zult doen
♢ Ahmed heeft mij een horloge beloofd
1. dat belooft wat!
[dat zal wel erg mooi, vervelend, enz. worden]
Regelmatig werkwoord: be-lo-ven
ik beloof
jij/u belooft
hij/zij belooft
wij/zij/jullie beloven
ik/jij/u/hij/zij beloofde
wij/zij/jullie beloofden
hij heeft beloofd
de/het/een beloofde ....
Synoniemen
toezeggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
beloven
betekenis & definitie