Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

aanleggen

betekenis & definitie

aanleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-leg-gen

1. aan de kade vastmaken
alle schepen moeten aanleggen aan deze steiger
1. de thermometer aanleggen
[in het lichaam aanbrengen]
2. het met iemand aanleggen
[een verhouding met hem of haar beginnen]
3. het erop aanleggen
[proberen het voor elkaar te krijgen]
2. het in elkaar zetten, laten ontstaan
♢ na de oorlog is daar een vliegveld aangelegd

Regelmatig werkwoord: aan-leg-gen
ik leg aan (... ik aanleg)
jij/u legt aan (... jij aanlegt)
hij/zij legt aan (... hij aanlegt)
wij/zij/jullie leggen aan (... wij aanleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde aan (... ik aanlegde)
wij/zij/jullie legden aan (... wij aanlegden)
hij heeft aangelegd
de/het/een aangelegde ....

Synoniemen
meren, vastleggen

< >