Dorp, ontstaan na het doorgraven van de duinen in het kader van de aanleg van de Nieuwe Waterweg (1866-'72). In 1863 waren ter plaatse al twee havendammen aangelegd en in 1884 groef men de Berghaven.
Vanwege het Pantserfort (1884) mocht in de omgeving in eerste instantie slechts in hout worden gebouwd. Met de bouw van een station (1893) werd Hoek van Holland een veerhaven.
Het dorp werd in 1914 van 's-Gravenzande afgesplitst en bij de gemeente Rotterdam gevoegd. Er verrees nieuwe (stenen) bebouwing aan de oostzijde bij het station.
In de Tweede Wereldoorlog heeft men de (houten) ‘Oude Hoek’ grotendeels gesloopt ten behoeve van Duitse verdedigingswerken. Aan de zuidzijde zijn die werken verdwenen bij de aanleg van het Calandkanaal (1958-'60) en de verbredingen en uitbaggeringen van de Nieuwe Waterweg (1962, 1970 en 1987).
Van 1945 tot 1961 is het dorp een doorgangskamp voor Britse troepen geweest en daarna is het aan de noordzijde uitgebreid.
