Het stadhuis (Hoogstraat 79) is een onderkelderd diep pand uit 1618, voorzien van een maniëristische trapgevel met sierankers. De bel-etage, waar zich in het verleden de Vierschaar bevond, is toegankelijk via een hoge bordestrap met twee schildhoudende leeuwen op de balustrade.
De met kruisgewelven gedekte kelder van het voorhuis diende vermoedelijk als onderkomen van de wacht. In de met tongewelven gedekte achterste kelder bevonden zich de cachotten.
Het achterhuis bevat de raadzaal met een schouw (tweede helft 18de eeuw) en op de verdieping de burgemeesterskamer met een maniëristische schouw (circa 1618). Het raadhuis is verbouwd in 1823 en gerestaureerd in 1907 (L.
Couvée) en 1956-'57 (G. van Hoogevest). Rond 1957 heeft men een L-vormige aanbouw toegevoegd.