Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Boerderijen in Ottoland

betekenis & definitie

Boerderijen. De markante boerderij A 7-9 (oud A 100-102) heeft een 18de-eeuwse oorsprong en is voorzien van een uitgebouwde keukentravee en een ‘kapel’ voor de deeldeuren van de dwarsdeel.

Dwarsdeelboerderijen met een ‘kameelrug’ (nok schuur hoger dan het woonhuis) zijn A 80 (oud A 29; circa 1850) en A 10-11 (eind 19de eeuw). De in oorsprong mogelijk 17de-eeuwse boerderij De Hoef (A 125-127) is een voorbeeld van een krukhuisboerderij.

Van de opmerkelijke boerderij A 92-94 (oud A 33) heeft de opkamer in het links uitgebouwde gedeelte geruime tijd als rechthuis gediend.Door het uitbouwen van het rechter gedeelte rond 1850 ontstond een dwars geplaatst woonhuis. Het achterliggende bedrijfsgedeelte, met uitgebouwde keukentravee en een ‘kapel’ voor de deeldeuren van de dwarsdeel, heeft een 17de-eeuwse kern.

Opvallende overeenkomsten vertoont het voorhuis van de boerderij A 128 (oud A 47-48) met een 17de-eeuwse uitbouw voorzien van kloostervensters en natuurstenen hoekblokken. De monumentale boerderij Het Hooge Huys (B 30-32; oud B 13-15) stamt uit circa 1730 en heeft een hoog, dwars geplaatst, voorhuis met middengang en hoog geplaatste entree (zonder stoep). De ingang tot het woongedeelte bevindt zich rechts om de hoek. De opkamer dient tevens als waterkamer. De achterliggende schuur heeft waterzolders voor het vee.

< >