De (Herv.) Oostkerk (Oostkerkplein 1) is een aan het begin van de Breestraat op een plateau gebouwde achtzijdige koepelkerk met lantaarn. De aangebouwde en eveneens door een koepel bekroonde kleine consistoriekamer heeft een lantaarn met daarin een door Johannes Burgerhuys gegoten klok (1663).
De kerk werd in 1648-'67 speciaal voor de protestantse eredienst gebouwd voor de gemeente van de ‘Nieuwe Stad’. In 1644 maakte Bartholomeus Drijfhout het ontwerp, daarbij geadviseerd door Pieter Post.
De eerste steen werd in 1648 gelegd. Bij het overlijden van Drijfhout (1649) waren slechts de fundamenten van het achtkant gereed.
Arend van 's-Gravesande, die in 1651 werd ingeschakeld, liet de geplande porticus aan de voorzijde vervallen en veranderde de verhoudingen van romp en koepel. Over de uitvoering (vanaf 1657) ontstonden in 1659 moeilijkheden.
Pieter Post en Pieter Arentsz Noorwits de broer van Van 's-Gravesande werden als adviseurs ingeschakeld. De plannen werden echter niet meer fundamenteel gewijzigd.
De bouw werd na het overlijden van Van 's-Gravesande in 1662 voortgezet door Louis Jolijt.De bijzonder rijk uitgevoerde achtzijdige classicistische centraalbouw is voorzien van rondboogvensters met daaronder festoenen met symbolen van leven en dood. Op de hoeken zijn kolossale ionische pilasters met postament aangebracht. De ingangspartij is eveneens uitgevoerd met ionische pilasters en een fronton. Daarbinnen is in het segmentvormige fronton van de deuromlijsting een liggend geraamte afgebeeld. De ingangspartij wordt geflankeerd door kleinere poortjes met dorische pilasters, doorbroken fronton en een cartouche met het jaartal 1656. Op het hoofdgestel staat een bakstenen attiek met natuursteen lijst, op de hoeken bekroond door natuurstenen vazen.
De grote koepel, gedekt met leien en met lood op de ribben, wordt afgesloten door een balustrade met vazen op de hoeken. De door corinthische zuilen gelede lantaarn heeft een koepelvormige afsluiting bekroond door een afbeelding van de Middelburgse burg en een windwijzer. De kerk is gerestaureerd in 1966-'68 en in 1995-'97. Voor de ingangstrappen aan het Oostkerkplein staan twee hardstenen obelisken.
Inwendig heeft de dubbelschalige houten koepel de vorm van een halve bol. De koepel wordt gedragen door een zware kroonlijst op acht ionische zuilen, die op geringe afstand van de muur zijn geplaatst. Ook aan de binnenzijde heeft de ingangspartij een natuurstenen omlijsting met ionische pilasters, en verder corinthische pilasters in de aedicula en Tiengebodenborden daarboven. De flankerende poortjes hebben aan de binnenzijde eveneens ionische pilasters en de binnenzijde van de lantaarn is voorzien van corinthische zuilen. Er zijn twee gebrandschilderde vensters uit 1664. Tot de inventaris behoort een fragment van een 17de-eeuwse overhuifde bank.
Van de preekstoel dateert de voet uit de bouwtijd van de kerk. De preekstoelkuip, de kerkbanken en de dooptuin zijn alle in 1780-'83 uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl naar ontwerpen van Coenraad Kaijser en met snijwerk van Hendrik van Diest. Zo ook de tevens als klankbord boven de preekstoel geplaatste orgelkast. Het orgel zelf werd in 1781 gemaakt door de gebroeders De Rijckere uit Kortrijk en in 1782-'83 verbeterd en voltooid door Joachim Reichner en Johannes van Overbeek (gerestaureerd 1973).