De Herv. kerk (Geertesplein 24), was oorspronkelijk gewijd aan St. Geerte.
Het is een eenbeukige kruiskerk voorzien van een vijfzijdig gesloten koor met zijruimten en een toren van drie geledingen met steunberen, traptoren (tot halverwege) en ingesnoerde spits. De houten kerk ter plaatse werd tussen 1275 en 1300 vervangen door een stenen kerk, waarvan het vroeg-gotische koor met O.L.
Vrouwekapel (noordzijde) bewaard is gebleven. In de noordwand van deze rechtgesloten kapel bevindt zich een bijzonder, uit één grote en vier kleine cirkels samengesteld, venster (tweede helft 14de eeuw).
Omstreeks 1350 werd gestart met de bouw van een als driebeukig ontworpen kerkschip. Korte tijd later kwam het werk stil te liggen en heeft men om onduidelijke redenen het omringende maaiveld en de vloer van koor en kapel opgehoogd.
Hierdoor zijn de basementen van de kolommen en de onderste afsluiting van de wandgeledingen uit het zicht verdwenen. De vernieuwing van de kerk werd hervat in de loop van de 15de eeuw.
Omstreeks 1480 werd het driebeukige schip gewijzigd in een eenbeukig schip en aan weerszijden voorzien van een dwars geplaatste kapel (pseudo-transept). De toren verrees ook in de 15de eeuw en werd begin 16de eeuw met het schip verbonden door een extra schiptravee.
De toren is voorzien van natuurstenen hoekblokken, venster- en portaalomlijsting en balustrades.
De overhoeks geplaatste steunberen gaan bij de terugspringende derde geleding over in haakse steunberen.
De noordgevel bevat een verweerde memoriesteen uit 1594 (niet 1494, zoals lang is aangenomen) ter herinnering aan de omvangrijke herstelwerkzaamheden na de dorpsbrand van 1572. In de toren hangt een door Michael Burgerhuys gegoten klok (1633).
Rond 1500 heeft men aan de zuidzijde van het koor een sacristie gebouwd. De kerk is gerestaureerd in 1899, onder leiding van J.
Verheul, in 1912-'13 door F.G.C. Rothuizen en in 1969-'73; de toren is in 1956 gerestaureerd.Inwendig heeft het koor een kap uit circa 1300 en wordt het schip gedekt door een laat-15de-eeuws houten tongewelf met aan de voet van de muurstijlen gesneden apostelbeelden. De sjabloonschilderingen dateren van de restauratie in 1899. De transeptarmen hebben stenen gewelven met versierde sluitstenen. De gewelven van de consistorie rusten op bewerkte kraagstenen, die engelen voorstellen met de lijdenswerktuigen van Christus. Het koor is voorzien van een houten tongewelf (circa 1300) en de koorkapel van een rond 1500 vernieuwde ziende kap. Beide ruimten hebben een wandgeleding met blindarcaden en kolonetten met bakstenen kapiteeltjes in een boogfries.
De koorkapel is via een dubbele boog, rustend op een kolom met knopkapiteel, verbonden met het koor. In de 15de eeuw is één boogdoorgang dichtgezet. In de koorwand bevindt zich een 14de-eeuws sacramentshuisje. Tot de inventaris behoren een preekstoel uit 1604, een doophek met koperwerk (midden 17de eeuw), een herenbank uit 1624, een herenbank in Lodewijk XV-stijl (circa 1770) en een door Hendrik Hermanus Hess gebouwd orgel (1787; gerestaureerd 1975).