Gepubliceerd op 02-01-2020

Het St.-Pieters- en Bloklandsgasthuis in Amersfoort

betekenis & definitie

(Westsingel 47) is vermoedelijk tussen 1381 en 1391 buiten de toenmalige stadsmuren gesticht als het Nieuwe Gasthuis. In de 15de eeuw komt de naam St.-Pietersgasthuis in gebruik.

Vanaf 1804 wordt het complex met de huidige naam aangeduid wegens samenvoeging met het in 1573 gestichte Bloklands- of Heilige Sacramentsgasthuis. Het complex is in 1907 gedeeltelijk afgebroken en door een nieuw gasthuisgebouw in neorenaissance-stijl vervangen (Achter Davidshof 1).

De overgebleven oude gebouwen zijn in 1911-'13 en in 1985-'86 gerestaureerd. Van het gasthuis resteren een vroeg-16de-eeuwse eenbeukige kapel aan de Westsingel en een haaks hierop gebouwde mannenzaal uit ongeveer 1535.

De vrouwenzaal is gesloopt.De laat-gotische kapel heeft steunberen, een met leien gedekt zadeldak en een kleine klokkentoren boven de vernieuwde westelijke puntgevel. De vensters van het smalle, driezijdig gesloten koor zijn bij de restauratie van 1911-'13 voorzien van natuurstenen traceringen. Inwendig heeft het koor een kruisrib- en een straalgewelf in steen, met resten van schilderingen. De bewerkte kraagstenen hebben onder meer de vorm van musicerende engeltjes. De voorruimte van de kapel wordt door een houten tongewelf gedekt en is door een triomfboog van het koor gescheiden. De westelijke travee van deze ruimte maakte vroeger deel uit van de vrouwenzaal.

Hier bevinden zich onder meer een houten spiltrap en een houten bordestrap met balustrade en renaissance-poortje. Beide dateren uit de 17de eeuw en zijn afkomstig uit het gesloopte deel van het complex.

De mannenzaal is aan één zijde voorzien van steunberen. De in ondiepe spitsboognissen geplaatste kruisvensters zijn bij de restauratie van 1911-'13 gereconstrueerd. Inwendig heeft de zaal een houten tongewelf met trekbalken. Zeer bijzonder is de goed bewaarde inventaris van deze gasthuiszaal, een unicum in ons land. Er staan 22 bedsteden, elk met in de achterwand een nis voor de po. Tussen de bedsteden staan de kisten waarin de persoonlijke bezittingen van de ‘gastelingen’ werden bewaard. Het geheel doet enigszins denken aan het Hôtel-Dieu te Beaune in Frankrijk.

< >