Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Deventer

betekenis & definitie

Woonhuizen. De woonhuizen in de rest van de binnenstad zijn voornamelijk diepe huizen op smalle en lange percelen; veelal met gemene muren, maar dikwijls ook gescheiden door osendroppen.

Waar in eerste instantie de grotere woonhuizen aan de Polstraat en Assenstraat verrezen, verschenen vanaf het eind van de 14de eeuw de rijkere handelshuizen aan de Brink; ze bestonden uit een hoog voorhuis, achterhuis met insteek, een verdieping en een steile kap. Een brandmuur tussen voor- en achterhuis is in Deventer niet gebruikelijk, ook zijn er inwendig geen houtskeletten toegepast maar wel werd er al vroeg in baksteen gebouwd.

Ook in het Berg- en Noordenbergkwartier domineren dergelijke diepe huizen, maar veelal zonder verdieping; slechts secundaire straten hebben dwarse huizen, zoals de noordwand van de Pontsteeg en de Kerkstraat. Van de houten gevels die het stadsbeeld mede hebben bepaald, werd de laatste in 1884 gesloopt.

De belangrijkste bouwactiviteiten vonden in de 15de en het begin van de 16de eeuw plaats. Na oorlogsverwoestingen in 1591 volgde in de periode 1609-'21 opnieuw een golf van bouwactiviteiten.

Van de historische bouwsubstantie is in Deventer relatief veel bewaard gebleven, maar door latere verbouwingen en veranderingen is daarvan veel verscholen geraakt achter 18de-, 19de- of zelfs 20ste-eeuwse gevels. Nader bouwhistorisch onderzoek kan nog op veel plaatsen oude kelders, zijmuren, achtergevels, balklagen en kappen aan het licht brengen.

< >