De Herv. kerk (Kerkplein 1), oorspronkelijk gewijd aan St. Cyriacus, is een laat-gotische pseudobasiliek met rijzig, driezijdig gesloten koor en een forse, niet geheel voltooide toren met vier geledingen en een aangekapt tentdak.
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de 12de eeuw op deze plek een eerste kerkje werd gebouwd, bestaande uit een eenbeukig schip met een iets smaller koor en een inspringende halfronde absis. In het begin van de 14de eeuw voorzag men deze kerk van zijbeuken en een toren.
Deze uitbreiding kwam waarschijnlijk tot stand dankzij Herman van Voorst, heer van Rechteren, die tussen 1315 en 1326 aan de zuidoostzijde van de kerk een familiekapel liet bouwen. Kort na 1455 werd het romaanse koor vervangen door het huidige gotische koor en kwam de sacristie tot stand.
Ook werd, getuige de gedenksteen uit 1449, de tweebeukige kapel van Rechteren verbouwd in haar huidige vorm. In de tweede helft van de 15de eeuw werd het schip verhoogd en vernieuwd.Na een vernietigende brand in 1517 bracht men schip en koor onder één kap. Ook kwamen toen de huidige zijbeuken tot stand, waarin de kapel van Rechteren werd geïntegreerd als de twee oostelijke traveeën van de zuidbeuk. Bovendien verrees één travee westwaarts van de oude plek een nieuwe toren, die met uitzondering van de bovenste geleding met tufsteen is bekleed en waaraan tot ver in de 16de eeuw is gebouwd. In het begin van de 19de eeuw kregen de zijbeuken een buitenbepleistering. Bij de algehele restauratie van kerk en toren in 1954-'57, onder leiding van W.P.C. Knuttel, heeft men onder meer deze blokbepleistering verwijderd.
De aanblik van het interieur van de kerk wordt bepaald door de korte zuilen met lijstkapitelen tussen middenschip en zijbeuken. De kruisrib- en netgewelven van de zijbeuken dateren van na de brand van 1517. Dit geldt ook voor de kruisribgewelven van het middenschip, die toen lager zijn aangebracht. De kerk bevat grafzerken en altaarstenen uit de 15de tot en met 17de eeuw. In de Van Rechterenkapel herinnert een gedenksteen uit 1449 aan ridder Frederik van Rechteren, die in dat jaar de kapel liet bouwen. In deze kapel liggen onder meer de grafzerken van Zeger van Rechteren (†1458) en Frederik van Rechteren (†1458).
Verder zijn er twee epitafen, de ene voor Johan Zeijger van Rechteren (†1701) en zijn echtgenote Agnes Sophia van Raesfelt (†1705), de andere voor hun zoon Joachim Hendrik Adolf (†1719) en zijn echtgenote Amalia Alexandrina Frederica gravin von Limpurg Speckfeld (†1754). Laatstgenoemde heeft het monument laten oprichten, kort na de dood van haar echtgenoot; het werd vervaardigd door Johan Hendrik Hagen. Een vergelijkbaar grafmonument bevindt zich in de kerk van Rijssen.
De familie Van Rechteren schonk in de eerste helft van de 18de eeuw de geelkoperen lezenaar aan de kansel van eikenhout uit dezelfde periode en ruim een eeuw later het doopbekken (1863) van de firma J.M. van Kempen & Zn.. Voor de kansel staat een deels 18de-eeuwse herenbank. De drie geelkoperen kroonluchters zijn in 1758 gemaakt in opdracht van de kerkeraad. Het orgel heeft een orgelfront, gemaakt in 1808 door J.C. Scheuer. Het instrument werd in 1844 gebouwd voor de Herv. kerk te Hengelo, en stamt mogelijk van de hand van J.H.
Holtgräve of van C.F.A. Naber. De beschildering met draperieën op de achtergrond dateert vermoedelijk uit 1808. De pastorie (Bloemendalstraat 20) is een sober neoclassicistisch pand uit 1880.