Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Villa's in Amsterdam

betekenis & definitie

Kort na de aanleg van het Vondelpark (1864-'65) verwierf P.J.H. Cuypers aan de noordzijde een strook grond waar hij tot aan de toenmalige westelijke gemeentegrens (nu Anna van Vondelstraat) in drie fasen de Vondelstraat liet aanleggen (1867-'73).

Naast herenhuizen verrezen hier ook enkele villa's.'Een van de eerste was de dubbele villa Nieuw Leyerhoven (Vondelstraat 73-75; 1876-'77), naar eigen ontwerp in een sobere combinatie van neogotische en neorenaissance-elementen. Hij woonde hier ook tot 1881 en liet toen voor zichzelf in 1881-'82 de villa Vondelstraat 77-79 bouwen in een combinatie van neogotiek en neorenaissance en met siermetselwerk en tegeldecoraties. Zijn zoon J.Th.J. Cuypers ontwierp in 1884 voor zichzelf de opmerkelijke eclectische villa Oud Leyerhoven (Tesselschadestraat 31) met veel siermetselwerk en tegeldecoraties in de in pseudo-vakwerk uitgevoerde bovenzone. Ten westen van de Anna van Vondelstraat lieten FA. en P.H.F. Smithuysen in 1877-'78 naar plannen van P.F.

Laarman een vrijstaande chaletstijl-villa bouwen met zicht op het Vondelpark. Deze villa werd in 1896 bezit van E.A. Lehmann, die haar naar zijn vrouw de Villa Betty (Overtoom 241) noemde. Hij liet het interieur aanpassen en in 1901 aan de straatzijde in neorenaissance-stijl een koetshuis met koetsierswoning (Overtoom 243-245) bouwen.

De eerste villa aan de zuidzijde van het Vondelpark is de mogelijk naar ontwerp van A. Salm gebouwde neorenaissancevilla Quisisana (Koningslaan 4; 1889) met prominente hoektoren. Meer eclectisch, door de Franse renaissance geïnspireerd, is de gepleisterde villa Van Eeghenstraat 57 (1893, C.A. Alizis Wübbe). Het ontwerp van de villa's Van Eeghenstraat 59-63 (1895, F.H. Koekoek) is gebaseerd op de Nederlandse renaissance.

Eveneens ontworpen in neorenaissance-stijl en voorzien van details in groen geglazuurde baksteen is de dubbele villa Van Eeghenstraat 80-82 (1899-1900), gebouwd door de aannemers-projectontwikkelaars E. van der Eijk en J.A. de Waal. Siermetselwerk en jugendstil-details hebben de door L. Beirer ontworpen villa J. Obrechtstraat en de dubbele villa Van Eeghenstraat 62-64 (beide 1899-1900). Van zijn hand is ook de villa P. Potterstraat 8 (1902-'03), gebouwd voor E.

Sillem. Het voor Z. Deenik tot stand gekomen dubbele herenhuis Van Eeghenstraat 66-68 (1900-'01, J. Herman) valt vooral op door de jugendstil-tegeltableaus. De forse dubbele villa Van Eeghenstraat 76-78 (1900) werd ontworpen door Th. Sanders in de rationalistische stijl van Berlage, van wie hij jarenlang compagnon was.

Berlage zelf ontwierp de rationalistische villa Koninginneweg 18 (1907) voor mevr. A. Hingst. Pseudo-vakwerk is te zien bij de villa Van Eeghenstraat 92 (1901-'02) en de Villa Alsberg (Honthorststraat 20; 1904-'06), beide ontworpen door Ed. Cuypers. De laatstgenoemde villa is een exponent van de net na 1900 tot ontwikkeling komende villabebouwing rond het Rijksmuseum.

Ed. Cuypers had daar al in 1898-'99 voor zichzelf het hoekhuis J. Luykenstraat 2 laten bouwen met een serre aan de Singelgrachtzijde en een houten torenkamer. Traditioneel neoclassicistisch in stijl met gepleisterde hoeklisenen en middenrisatiet is de villa P. Potterstraat 2 (1897, C.B. Posthumus Meyjes). Meer neorenaissance-elementen vertonen de naastgelegen villa's P.

Potterstraat 4 (1897; E.M. Rood) en P. Potterstraat 6 (1902-'03, A. Salm) met jugendstil-smeedwerk; de laatste werd gebouwd voor mr. J.E. Vita Israël.

Engelse- en Weense Sezession-invloeden zijn herkenbaar bij de naar plannen van A.W. Weissman voor kunstschilder J. van Essen gebouwde Lizzy Cottage (Hobbemastraat 12) met gedeeltelijk overkragende verdieping, tentoonstellingszaal en een erkerfries met dansende putti. Kleurig materiaalgebruik en Duitse jugendstil-invloed zijn zichtbaar bij de door E. Breman ontworpen dubbele villa's Honthorststraat 5-7 en Hobbemastraat 14-16. De villa Honthorststraat 9 (1899), ontworpen door A.L., A.D.N. en J.G. van Gendt voor A. Roelvink, vertoont rationalistische details en citaten uit een Schotse studiereis van A.D.N. van Gendt.

Geïnspireerd op het classicisme is de dubbele villa Koningslaan 14-16 (1904) naar ontwerp van K.P.C. de Bazel. Bij de later door hem ontworpen villa J. Vermeerstraat 14 (1912) zijn in de bovenzone de voor zijn werk kenmerkende bakstenen meanderfriezen toegepast. Een robuuste rationalistische stijl vertoont de in opdracht van I.L. Nienaber gebouwde drievoudige villa Emmaplein 2/Emmalaan 8-10 (1911) naar ontwerp van J.F. Staal.

Ook elders in dezelfde wijk ontwierp Staal nog enkele andere panden, te weten Emmalaan 7-9 (1911), Prins Hendriklaan 15-19 (1912) en Koningslaan 54-56 (1911-'12). Vergelijkbaar in stijl is de door J.H.W. Leliman voor beeldhouwer A. Hesselink ontworpen hoekvilla Teniersstraat 8 met op de begane grond een in de gevel tot uitdrukking komend ‘klein atelier’ en ‘groot atelier’. Met chaletstijl-details ontwierpen J.P.F. van Rossem en W.J. Vuyk voor W.

Spakler de dubbele villa J. Luykenstraat 3-5 (1908-'09).

Opvallend veel op natuursteen lijkende maar in kunststeen uitgevoerde onderdelen heeft de naastgelegen dubbele villa J. Luykenstraat 7-9 (1911-'12, P. van Dijk en J.W. Nagelvoort), waarvan de betonwerken werden uitgevoerd door de N.V. Ned. Betonijzerbouw.

Voor de secretaris van de Nederlandsche Handelmaatschappij, J. Bierens de Haan, ontwierpen J.J., M.A. en J. van Nieukerken de villa Museumplein 17 (1912, later verhoogd) in de voor hen kenmerkende late neorenaissance-stijl. De hieruit sprekende gedegenheid komt ook tot uitdrukking bij de in Nieuw Historiserende stijl gebouwde forse villa's Museumplein 11 (1910, J. Stuyt), Museumplein 13-15 (1910, J. London), Museumplein 19 (1912, Th.G. Schill en D.H.

Haverkamp), Prins Hendriklaan 1 (1913, Th. Groenendijk en Th.J. Lammers), Hobbemastraat 20 (1913, J.Th.J. Cuypers) en Emmalaan 16-18 (1918-'20, J.B. Janus). In de ‘Um1800’-variant van deze stijl ontwierp A.

Jacot de Villa Rosa (Koningslaan 12; 1912-'13) voor J. Cohen, eigenaar van het warenhuis ‘Maison de Bonneterie’. De als een classicistisch landhuis uitgevoerde villa J. Vermeerstraat 2 (1911-'12, J.A. van Straaten) werd vanaf 1918 bewoond door Cohen's collega W.J.R. Dreesmann. Vergelijkbaar in hoofdvorm, maar dan met wat expressiever metselwerk in de bovenzone, is de villa Honthorststraat 3 (1912-'13, H.

Elte), die werd gebouwd voor R. Reens, directeur van de N.V. Nederlandsche Fabriek voor Betimmeringen. Iets expressionistischer is de dubbele villa Emmaplein 3-5 (1919, J. Juffer) en een uitgesproken expressionistische kapvorm siert de villa Oranje Nassaulaan 63 (1917-'18, Th. Groenendijk en Th.J.

Lammers). Expressionistische baksteendetails bezit de villa Sophialaan 1-3 (1919; G. de Wilde), gebouwd voor het Technisch Bureau Visser. In zakelijkexpressionistische vormen werden C. Schuytstraat 65 (1918-'19, H. Elte en G.F. Mastenbroek) en de met platte daken uitgevoerde dubbele villa's J.J.

Viottastraat 33-39 (1925-'26, F.A. Warners) gebouwd. In een aan het werk van E Lloyd Wright verwante stijl ontwierp J. de Bie Leuveling Tjeenk voor zichzelf de Villa Troostwijk (Museumplein 4; 1925) met een fraaie terraskamer op de bovenste verdieping. In traditionalistische stijl en met een fors dak kwam naar plannen van M.J. Granpré Molière de villa Oranje Nassaulaan 26 (1925-'26) tot stand voor de directeur van de Nederlandsche Handelmaatschappij D. Crena de Jongh.

Een derde concentratie van villa's ontstond vanaf circa 1920 langs de noordrand van Nieuw-Zuid. Zakelijk-expressionistisch van vorm, met plat dak, is de dubbele villa A. Hahnplantsoen 25-27 (1925-'28, H.A.J. en J. Baanders). De andere villa's met expressionistische details hebben doorgaans wel een kap, zoals A. Hahnplantsoen 18 (1927, M.

Speyer) en 21-23 (1928-'30, E. Nijsten), en C. van der Lindenstraat 12-14 (1920-'23, J.C. van Epen). Interessante topgevelbeëindigingen bezitten enkele door G.J. Rutgers ontworpen villa's, zoals A. Hahnplantsoen 14 (1927), Dijsselhofplantsoen 10 (1929), Haringvlietstraat 6-10 (1928-'30) en Churchilllaan 223 (1929-'30). Opmerkelijk zijn het woonhuis Stadionweg 44 (1928-'30), dat H.

Elte voor zichzelf liet bouwen met een fraaie hal, en het eerder door hem voor J. Barmat ontworpen huis Oosterpark 77-78 (1921). De laatste heeft nog een bijzonder interieur uit die tijd. Ten slotte noemen we de modern ogende, wit geschilderde villa Diepenbrockstraat 15 (1938), ontworpen door F.A. Eschauzier voor dokter J.H. Engelkens.

< >