De Stadsschouwburg (Leidseplein 26) kwam in 1892-'94 tot stand naar plannen van J.L. en J.B. Springer en A.L. van Gendt nadat de oude houten schouwburg uit 1772 (ommanteld 1882) door brand was verwoest.
Het nieuwe gebouw verrees in rijke neorenaissance-stijl met natuurstenen ornamenten en zinken decoraties.Het voorgebouw met foyer wordt geflankeerd door torens en is voorzien van een uitgebouwde arcade met balkon bij de hoofdingang. Erachter staat de hoger opgetrokken toneeltoren, waaromheen diverse nevenruimten zijn gegroepeerd. De schouwburgzaal heeft drie hoefijzervormige balkons, waarvan het middelste wordt onderbroken door enkele kolossale zuilen met de koninklijke loge, alsmede enkele door hermen geflankeerde loges-d'avant scènes. Het stucwerk in het interieur is uit de bouwtijd. In 1982 heeft men de decorzolder verbouwd tot een podium voor experimentele voorstellingen en in 2004 begon een ingrijpende verbouwing en renovatie van het oude gebouw (voltooid 2007). Een nieuwe toneelzaal naar ontwerp van J.F.
Klinkhamer is geplaatst tussen de schouwburg en het in 1969 in gebruik genomen theater De Melkweg aan de Lijnbaansgracht. Dat theater is gevestigd in de voorm. suikerraffinaderij ‘De Granaatappel’, gebouwd in 1889 naar ontwerp van I.L. Spakler voor de firma Spakler & Tetterode met het tegenoverliggende suikerpakhuis (Lijnbaansgracht 234). Later diende de raffinaderij nog als melkfabriek.