Na het midden van de 19de eeuw kreeg Amsterdam diverse grote moderne hotels, zoals het Amstelhotel (Prof. Tulpplein 1; 1865-'67, C.
Outshoorn). Dit brede vrijstaande gebouw is uitgevoerd in eclectische-vormen, die zijn geïnspireerd op de Franse renaissance-paleizen.
De hoek- en middenrisalieten zijn voorzien van kolossale pilasters. De tussenliggende delen werden in 1899 met een etage verhoogd.
In de beginjaren trok de hier gevestigde praktijk van dokter J.G. Mezger (grondlegger van de fysiotherapie) veel leden van de Europese adel naar het hotel.Grand Hotel Krasnapolsky (Dam 9) werd gesticht door A.W. Krasnapolsky en zijn zwager A. Volmer, die in 1868 het ‘Nieuw Pools Koffijhuis’ aan de Warmoesstraat hadden gekocht. In 1879-80 kwam een wintertuin tot stand met een kap van glas en staal (G.B. Salm), versierd met wandschilderingen en in de tuin tropische planten en palmen in potten (gerestaureerd 1994). In 1883-'84 breidde het hotel verder uit (Warmoesstraat 173; J.F.
Henkenhaff en F. Ebert). In 1952 kocht men het aangrenzende hotel-restaurant Polman, dat bij de verruiming van de Dam in 1914 aan het plein was komen te liggen en vervolgens was vernieuwd (1915-'16, A.D.N. van Gendt). De hoofdingang van Krasnapolsky werd toen naar dit bouwdeel verlegd (dakterras 1983).
Het Doelenhotel (Nieuwe Doelenstraat 24; 1882-'83, J.F. van Hamersveld; verbouwd 1900, J.G. en A.D.N. van Gendt) is een gebouw in rijke neorenaissance-stijl, met aan de Amstelzijde een hoog opgaand torenvormig middendeel. In het gebouw bevinden zich de resten van de hier in 1633 gebouwde Kloveniersdoelen, waarvan de doelenzaal was aangebouwd tegen de in 1522 door de kloveniers betrokken vestingtoren ‘Swych Utrecht’ (1480). Het voorm. Hotel du Passage (Prins Hendrikkade 20-21; 1882-'84, Y. Bijvoets) was oorspronkelijk een hotel met winkelpassage. Het hotel ging al in 1886 failliet, waarna het in 1898 werd ingericht als kantoor ‘Mercurius’.
De rijk uitgevoerde voorgevel in neorenaissance- en neobarokke stijl heeft een met natuursteen beklede onderbouw en een door pilasters gelede bakstenen bovenbouw. De middenpartij wordt bekroond door een zinken gevelbeeld van Mercurius (god van de handel) en een allegorische verbeelding van Amstel en IJ (F.L.H. de Fernelmont). Binnen bevinden zich nog delen van het rijke eclectische interieur.
Het Victoriahotel (Damrak 1-6; 1888-'89) werd ontworpen in internationale neobarokke stijl door J.F. Henkenhaff die het hotel zelf zou exploiteren - en F. Ebert. De geheel met natuursteen beklede gevels zijn rijk gedetailleerd en er is een hoektoren met koepel. Uitbreidingen van het hotel aan de zijde van Prins Hendrikkade volgden in 1905 en 1915 (beide G. van Arkel), en in 1985. Het hotel is om twee oudere huizen heengebouwd, omdat Henkenhaff die in 1889 niet kon verwerven.
In rijke neorenaissance-stijl uitgevoerd is het Hotel de l'Europe (Nieuwe Doelenstraat 2-4; 1895-'96, W. Hamer), dat later is uitgebreid (1911, J.G. en A.D.N. van Gendt) en geheel gerenoveerd (1987).
Het American Hotel (Leidseplein 28) werd in 1898-1902 naar ontwerp van W. Kromhout en W.G. Jansen gebouwd in opdracht van A. Volmer ter plaatse van een hotel uit 1879-'82. Naast een hotel bevat het gebouw ook café-restaurant ‘Americain’ en op de verdieping een feestzaal. Het in gele baksteen opgetrokken gebouw vertoont rationalistische elementen, jugendstil-details en verwijzingen naar Moorse en Venetiaanse architectuur.
De tegeltableaus met voorstellingen van flora en fauna zijn vervaardigd door aardewerkfabriek ‘De Distel’ naar ontwerp van L. Nienhuis. Kromhout ontwierp ook een deel van de inrichting, zoals de stoelen en de lampen. De gebrandschilderde ramen in de grote cafézaal zijn uit de bouwtijd. In 1927-'28 voegde G.J. Rutgers de vleugel aan de Leidsekade toe (beeldhouwwerk Th.
Vos) en kreeg het café een inrichting in art déco-stijl (lichtornamenten, J. Eisenloeffel) en zijn er wandschilderingen aangebracht. Er volgden nog een uitbreiding (1954) en een renovatie (1985-'88). In opdracht van F. Schiller verrees het Hotel Schiller (Rembrandtplein 26-36; 1914-'15, M.J.E. Lippits en N.H.W.
Scholte) in Nieuw Historiserende stijl met neorenaissance- en rationalistische elementen. Op de begane grond bevindt zich het ‘Café Schiller’, trefpunt van artistiek Amsterdam. In 1950 heeft men het hotel gemoderniseerd, maar bij een restauratie (1977) is het toen verwijderde jugendstil-interieur van de Schillerbar hersteld. Het forse complex van het Carlton Hotel (Vijzelstraat 2-18; 1925-'29, G.J. Rutgers), tegenwoordig ‘Jolly Hotel’, vertoont een combinatie van expressionistische en rationalistische vormen. Karakteristiek is de galerij met betonnen pijlers bij de begane grond; de bakstenen gevels erboven zijn versierd met natuurstenen beeldhouwwerk (Th.A.
Vos). Hotel IBIS (Stationsplein 49; 1988-'92, J. Benthem en M. Crouwel) heeft een golvende gevel bestaande uit prefab-elementen met glazen bouwstenen. Uit dezelfde tijd en ontworpen door dezelfde architecten is de naastgelegen ronde kantoortoren.