Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Hofhuizen in Breda

betekenis & definitie

Hofhuizen. Karakteristiek voor Breda zijn de zogenoemde hofhuizen.

Deze term dient enerzijds als algemene aanduiding voor de monumentale stadshuizen van de leden van de hofhouding van de Nassaus en duidt anderzijds een wooncomplex aan dat bestaat uit enkele vleugels rond een binnenplaats of ‘hof’ met een poort naar de straat. Oorspronkelijk concentreerden de hofhuizen zich langs de Nieuwstraat en de Visserstraat; na de stadsbrand van 1534 was vooral de Catharinastraat zeer in trek.Vrijwel nergens bleef dit monumentale huistype in de oorspronkelijke vorm bewaard, maar achter de veelal 18de- en 19de-eeuwse gepleisterde gevels van de nog steeds monumentale herenhuizen, bevinden zich vaak toch nog belangrijke resten. Het oudste voorbeeld van dit huistype is het Huis Brecht (Cingelstraat 1-3), dat in de 15de eeuw in verschillende fasen werd vergroot van een vleugel langs de Cingelstraat tot een L-vormige aanleg. Aan de binnenplaats zal de torenvormige uitbouw met laat-gotisch venster nog 15de-eeuws zijn; de open galerij met kruisgewelven en dorisch-toscaanse zuilen dateert van omstreeks 1530. De nog laat-gotische detaillering vertoont overeenkomst met de galerij van de kleine binnenplaats van de Markiezenhof te Bergen op Zoom. De vleugel langs de Cingelstraat is verlengd bij een verbouwing tot militair hospitaal. Het huis is omstreeks 1830 gewijzigd en aan de buitenzijde gepleisterd toen het deel ging uitmaken van de Koninklijke Militaire Academie.

Het Huis Ocrum (St.-Janstraat 18) dankt zijn naam aan de edelman Johan van Ocrum, een vooraanstaand lid van de hofhouding van Hendrik III. Hij liet in 1537 op oudere kelders de haaks op de straat geplaatste westvleugel bouwen. In 1538-'40 werd langs de straat een korte vleugel met grote poortdoorgang toegevoegd, met op de aansluiting een fraai vroeg-renaissancistisch trappenhuis met natuurstenen bordestrappen, halfzuilen en bogen. Dit trappenhuis, dat sterk is geïnspireerd op dat van het kasteel Breda, heeft men later doorgetrokken naar de tweede verdieping. In de volgende jaren verrees de zuidvleugel, terwijl er veel later nog een oostvleugel bijkwam. Van 1577-1610 diende het complex als augustinessenklooster en van 1625-'37 was het een jezuïetenklooster.

Uit die tijd dateert nog een poortje met wapensteen uit omstreeks 1630 bij een uitgang naar de Oude Vest. Na 1637 was het gebouw nog in gebruik als kazerne en vanaf 1849 als rooms-katholiek weeshuis. Bij een ingrijpende verbouwing in 1887-'88, naar ontwerp van J. Lijdsman, kreeg het complex zijn huidige rijke neorenaissance-voorgevel; boven het venster in de ingangstravee zit het wapen van Brederode.

Langs de Catharinastraat staan diverse, later sterk gewijzigde, hofhuizen van kort na 1534, te weten Catharinastraat 14-16 en 18 waarvan de achtergevel is voorzien van een uit omstreeks 1630 daterend hardstenen Rubenspoortje Catharinastraat 20 en 24 met een monumentale traptoren - en Catharinastraat 26-28 en 91-93.

Panden aan de Nieuwstraat (vroeger Steenbrugstraat) die oorspronkelijk als hofhuis zijn ontstaan zijn Huis Waelwijk (Nieuwstraat 21), waarvan de ingang is voorzien van een hardstenen Rubenspoortje van omstreeks 1630, Huis Bruheze (Nieuwstraat 23) en Huis Assendelft (Nieuwstraat 25). Dit laatste pand heeft nog een 16de-eeuwse, boven het dak uitstekende, veelhoekige traptoren.

Huize Justinus van Nassau (Kasteelplein 55) was lange tijd residentie van de gouverneurs van Breda. Het werd waarschijnlijk kort na de stadsbrand van 1534 als hofhuis gebouwd in opdracht van Gabriel van Biest. Aan de Cingelstraat verrees een lange noordvleugel, die met twee korte haakse vleugels een binnenplaats omsloot. Men maakte gebruik van oudere bebouwing ter plaatse van de westvleugel en een deel van de noordvleugel. De poort kreeg een plaats aan het einde van de oostvleugel, terwijl in de noordoosthoek (binnenzijde) een vierkante traptoren verrees. Gouverneur Justinus van Nassau liet in 1606-'08 een beperkte modernisering uitvoeren; aan de noordoosthoek (buitenzijde) werd een achtkantige hoektoren opgetrokken en de binnenplaats kreeg een galerij.

In 1790 werd het huis in opdracht van gouverneur prins Willem Frederik, de latere koning Willem I, in Lodewijk XVI-stijl gemoderniseerd naar ontwerp van luitenant-ingenieur J. van Westenhout in samenwerking met G.F. Smedecken. De oorspronkelijke baksteengevels met natuurstenen speklagen werden gepleisterd. De oostvleugel kreeg een classicistische ingangspoort met siervazen, de gevel aan de Cingelstraat een middenrisaliet met fronton voorzien van een leeuw met krijgsattributen. In 1935-'38 en in 1963 volgden nog verdere ingrijpende verbouwingen.

Een van de laatste huizen die als hofhuis kunnen gelden, is het Huis van Wijngaerde (Catharinastraat 9), dat jonker Hendrik van Wijngaerden in 1614 liet bouwen. Boven de poort hangt een reliëf met twee schilddragende leeuwen en het wapen van de bouwheer. De gevel is uitgevoerd in baksteen met zandstenen banden en korfbogen; de sluitstenen met gebeeldhouwde druiventros verwijzen eveneens naar de opdrachtgever. De kamers aan de straatzijde hebben 18de-eeuwse schouwen in Lodewijk XIV-stijl en Lodewijk XV-stucplafonds.

< >