Het stadhuis (Hoofdwagt 2) is een in de loop der tijd sterk verbouwd en gerestaureerd complex. Het oudste deel dateert waarschijnlijk van kort na de stadsbrand van 1416, die het oude stadhuis verwoestte.
De rechtervleugel werd omstreeks 1615 gebouwd en in 1798 bracht men het bordes aan. Na verbouwingen in 1820 en 1862, verdween de gevel in 1870 onder een pleisterlaag. In 1966-'69 werd het stadhuis ingrijpend gerestaureerd naar plannen van C. Pouderoyen en sindsdien maakt het deel uit van een modern gemeentehuiscomplex. Na ontpleistering werd het gebouw op grond van bouwsporen en een prent uit 1732 zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Men reconstrueerde de aan drie zijden van de dakvoet omlopende weergang met arkels uitkragend op een fries van spitsbogen, en de kruiskozijnen met de niet geheel correcte maniëristische bekroningen. Het interieur bevat nog vier vroeg-17de-eeuwse gebeeldhouwde zandstenen balkconsoles en enkele, in een wandbetimmering verwerkte, restanten van een eikenhouten schepenbank uit 1650.