Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Het stadhuis in Breda

betekenis & definitie

Het stadhuis (Grote Markt 40) bestaat uit een tweetal laat-middeleeuwse panden, verenigd achter een 18de-eeuwse voorgevel.

Het linker pand is het 14de-eeuwse grote raadhuis, dat bestaat uit een grote hal en een achterkamer; daarvan bezitten de kelders nog hun oorspronkelijke tongewelven. Na de stadsbrand van 1534 heeft men dit pand hersteld. Het rechter pand werd na die brand geheel nieuw als dwarsvleugel opgetrokken op de plaats van het ‘Kleine Raadhuis’ en het huis ‘Vogelsang’, waarbij de middeleeuwse kelders van deze oorspronkelijk diepe huizen bewaard bleven. In 1766-'68 kreeg het stadhuis een nieuwe voorgevel naar ontwerp van Philip Willem Schonck. Het natuursteenwerk werd uitgevoerd door Guillaime Carrier. Een tweevleugelige bordestrap met twee schildhoudende leeuwtjes leidt naar de ingang.

Omdat het stadhuis is ontstaan uit twee niet even brede panden, bevindt de ingang zich niet centraal in de voorgevel. Een Justitiabeeld, waarvoor Walter Pompe het ontwerp leverde, bekroont de natuurstenen ingangsomlijsting.

De grote hal, waar zich vroeger de vierschaar bevond, is eveneens in 1766-'68 verbouwd en heeft stucwerk in Lodewijk XV-stijl door François Beretta. In een nis staat een houten Justitiabeeld uit 1706 door Jan Notelaer. Boven de deur van de vroegere bodenkamer bevindt zich nog een laat-17de-eeuws Justitiabeeldje. De burgemeesterskamer naast de hal bevat een marmeren Lodewijk XV-schouw, in 1770 geleverd door Ambrosius Carrier. Op de verdieping bevindt zich de zogenoemde secretariskamer met een 18de-eeuwse betimmering en een hardstenen Lodewijk XV-schouw uit 1770, geleverd door Hendrick Gysenhart. De wanden zijn bekleed met geschilderde behangsels uit 1804, met allegorische voorstellingen van de hand van J.H. Frederiks.

De aan de rechterzijde gelegen voorm. herberg ‘Het Liggende Hert’ (Markt 42), die sinds 1680 stadseigendom was, heeft men in 1896 bij het stadhuis getrokken. Het diepe, tweelaags huis werd na 1538 gebouwd met gebruikmaking van oudere kelders. In 1778 kreeg het huis met de naastgelegen overbouwde poortweg een nieuwe bakstenen voorgevel met dwarskap, ontworpen door A. Canters.

Aan de achterzijde van het stadhuis verrees in 1924 een nieuwe raadzaalvleugel naar ontwerp van J.W. Hanrath. De geheel in ongeschilderd eikenhout uitgevoerde raadzaal met open dakstoel bevat nog vrijwel de complete oorspronkelijke inrichting. De gebrandschilderde glazen van J. Nicolas in het trappenhuis van dit raadhuisgedeelte stellen belangrijke episoden uit de geschiedenis van Breda voor. Aan de zuidzijde van het Stadserf, tegenover de raadzaal, ligt het voorm. gemeentearchief (Stadserf 1-3).

Dat gebouw verrees enkele jaren later dan de raadzaal, eveneens naar plannen van J.W. Hanrath en in dezelfde stijl.

< >