Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De Herv. kerk in Sprang

betekenis & definitie

De Herv. kerk (Kerkstraat 34-36) is een laat-gotisch gebouw met een toren, een driebeukig pseudo-basilicaal schip, transeptachtige dwarskapellen en een driezijdig gesloten koor.

Het koor en de drie oostelijke traveeën van het schip vormen het oudste gedeelte van de kerk en dateren uit omstreeks 1400. In de eerste helft van de 15de eeuw werden de transeptachtige dwarskapellen toegevoegd; deze zijn aan de zuidzijde veelhoekig en aan de noordzijde recht gesloten. Aan het eind van de 15de eeuw begon men met de bouw van de toren en de westelijke schiptraveeën. Dit deel van het schip heeft rijk gedetailleerde steunberen en de kopgevels van de zijbeuken zijn doorspekt met lagen natuursteen. Het westelijke deel van het schip, dat hoger en breder is dan het oudere, oostelijke deel, vormde het begin van een geheel nieuwe, grotere kerk, maar dat plan heeft men nooit helemaal uitgevoerd. In het begin van de 16de eeuw bouwde men alleen nog de sacristie van twee bouwlagen in de hoek tussen koor en noorderdwarskapel. Tijdens de restauratie die in 1956 gereed kwam, kregen alle vensters nieuwe traceringen, gemaakt naar gevonden oude fragmenten.

In het oudste gedeelte van het schip worden de beuken van elkaar gescheiden door achtkante pijlers en in het jongste door zuilen. Het interieur is overdekt met houten tongewelven; alleen de sacristie heeft een stenen stergewelf over de benedenruimte en een kruisribgewelf op de verdieping. Tijdens de restauratie werden muurschilderingen ontdekt uit de tweede helft van de 15de eeuw; deze stellen de apostelen voor. Tot de inventaris behoren een eenvoudige preekstoel, een doophek (verzaagd) en een herenbank uit de tweede helft van de 17de eeuw; Thomas Houben bouwde in 1730 het orgel. Voorts bevat de kerk grafzerken uit de 15de-17de eeuw. De laat-15de-eeuwse toren is opgetrokken in de trant van de Kempische gotiek.

Het bouwwerk van vier geledingen heeft natuurstenen speklagen en overhoekse steunberen, die evenals de romp versierd zijn met spaarvelden; het geheel wordt bekroond door een vierkante ingesnoerde spits. De zuidwesthoek van de toren stortte in 1612 in en werd pas in 1911 hersteld. In de hoge torenruimte bevinden zich vele nissen; inkassingen wijzen op plannen voor een nooit aangebracht kruisgewelf.

< >